maandag, september 05, 2005

Sterven

Tja, we moeten er allemaal ooit eens aan geloven. Maar niemand staat graag stil bij dit feit. En ik moet toegeven, er zijn plezieriger dingen in het leven.

Vanavond zijn mijn vriend en ik naar de gebedswake geweest van de vader van J, onze vriend en mijn ex-studiegenoot. De kerk zat stampvol. We waren wat te laat omdat we een beetje problemen hadden om de juiste kerk te vinden (derde keer, goeie keer), waardoor we de rijen rechtstaanden achteraan in de kerk moesten vervoegen.

De gebedswake was redelijk snel gedaan en daarna ging het in een lange stoet van auto's naar het funerarium om de dode te gaan groeten. Een zeer droevig moment. De vrouw van de gestorvene één en al tranen en de twee zonen ook, natuurlijk. En wat zeg je dan? Wat doe je dan? Ik heb J eens goed vastgepakt en hem sterkte gewenst. Maar je staat in die lange rij aanschuivende mensen en je moet verder. Eigenlijk heb ik een hekel aan gebedswakes, begrafenissen en al wat daarbij hoort, maar ik vind het erg belangrijk om er te zijn. Gewoon om te laten weten dat je meeleeft.

Ik heb zelf al meer dan eens over mijn eigen dood nagedacht. Misschien een beetje een morbide kantje, maar ik weet hoe ik het zou willen. Indien ik in een ongeval of zo om het leven kom, hoop ik dat ze met mijn organen iemand anders een nieuwe kans kunnen geven. De huidige wetgeving over orgaandonatie is opgevat als een opt-out systeem. Alleen de familieleden kunnen zich na het overlijden tegen de orgaanwegneming verzetten. Zo gauw ik mijn domicilie in Leuven heb, ben ik van plan om mij officieel te laten registreren als orgaandonor. Voorlopig heb ik alleen nog maar mondeling aan mijn vriend en familie laten weten dat ik niet wil dat ze zich tegen een eventuele orgaanwegneming verzetten, maar ik zou dit graag officialiseren.

Verder gruwel ik van het idee dat mijn lijk in een open kist zou liggen. Ik wil niet dat het laatste beeld dat de mensen van mij hebben dat van een verstijfd lijk is. Ik wens ook niet begraven te worden, maar gecremeerd zonder al te veel poespas. Geen tranerige diensten of zo. Over wat er met mijn assen moet gebeuren, ben ik nog niet helemaal uit. Misschien is gewoon verstooien nog wel het beste. En daarna hoop ik dat degenen die mij overleven een fijn feestje ter mijner nagedachtenis geven. Want ik wil op een vrolijke manier herinnerd worden.

Enfin, ik hoop natuurlijk nog heel lang in een goede gezondheid te leven, maar ik vind het belangrijk om toch op alles voorbereid te zijn. Daarom ga ik binnenkort eens werk maken van een testament. Dat maakt het ook voor de nabestaanden gemakkelijker.

Tot zover dit morbide onderwerp, morgen hopelijk vrolijker nieuws.